Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En indien er [wat] overblijven zal van het vlees der vulofferen, of van dit brood, tot aan den morgen, zo zult gij het overgeblevene met vuur verbranden; [41]het zal niet gegeten worden, want het is heilig. 41. Zelfs moesten de priesters het overblijfsel niet eten.